1. Wanneer warden de Harde Klontjes ® uitgevonden?
In 1905, na een jarenlange zoektocht om een nieuwe vorm te geven aan suiker die het doseren makkelijker zou maken, snel zou smelten, en bovenal een intense smaak moest hebben, vond Théophile Adant, meestergast bij de Tiense Suikerraffinaderij de oplossing. In 1995 kreeg het Hard Klontje een groefje, wat het doseren vergemakkelijkt!
2. Met hoeveel bietplanters werken we samen om kwaliteitsvolle suikerbieten te ontvangen?
Het grootste deel van de suiker die we produceren, halen we uit plaatselijke suikerbieten. Hiervoor werken we jaarlijks met ongeveer 4500 Belgische bietplanters die jaarlijks miljoenen tonnen suikerbieten aan ons leveren.
3. Is deze stelling juist of niet? 1 suikerbietveld van 1 ha zorgt voor vier keer meer zuurstof dan een bebost gebied van 1 ha.
Dat klopt. Jaarlijks zet één hectare suikerbieten 30 ton CO2 om in zowat 13 miljoen liter zuurstof. Dit is, ruw geschat, vier keer meer dan een bos van dezelfde grootte! Bovendien verstoort de suikerbietenteelt de biodiversiteit niet en heeft dit gewas weinig tot geen irrigatie nodig.
4. Hoe noemt men officieel het suikermannetje dat sinds 2011 onze zoete hartjes wist te bekoren?
Officieel heet hij T-Man, wat niet wegneemt dat hij naar allerlei andere koosnaampjes luistert!